Onderzoek naar GRIN syndroom

Wat is het GRIN Syndroom?
GRIN syndroom is een zeldzame aandoening. Het is niet goed bekend hoe vaak GRIN voorkomt, ook omdat niet alle patiënten worden gediagnosticeerd en GRIN syndroom pas sinds 2010 is beschreven. De geschatte incidentie is 1:18000-30000, afhankelijk van de mutatie. Het GRIN syndroom is een ernstige neurometabole genetische aandoening. Aangedane kinderen lijden aan een spectrum van ontwikkelings- en bewegingsstoornissen, leer- en gedragsproblemen, waaronder ontwikkelingsachterstand, verstandelijke beperking, autisme, spraakdeficiëntie, lage spierspanning, verstoppingen van de darmen, voedingsproblemen, visuele beperkingen en dystonie. Daarnaast heeft een groot deel van de kinderen moeilijk behandelbare epilepsie.

Het GRIN syndroom wordt veroorzaakt door genetische veranderingen in een van de GRIN genen, die coderen voor de N-methyl-D-aspartaat (NMDA) receptor. NMDA receptoren spelen een belangrijke rol bij de communicatie tussen zenuwcellen in de hersenen. Ze gebruiken chemische en elektrische signalen om nieuwe verbindingen te vormen en bestaande verbindingen tussen zenuwcellen te versterken.

Onderzoek
Dr Vivi Heine, Kind en Jeugd Psychiatrie, Emma Kinderhuis:

Wat is de behoefte?
Er is grote behoefte aan behandelingen die kunnen genezen en voldoen aan de behoefte van de individuele patiënt (gepersonaliseerde behandeling). Huidige behandelingen voor GRIN kunnen alleen symptomen onderdrukken. Daarnaast reageren GRIN patiënten verschillend op medicatie, waardoor patiënten en families vaak worden belast met een zoektocht naar medicatie die enige verlichting kan geven. Dit wordt verder bemoeilijkt doordat kinderen vanaf zeer jonge leeftijd zijn aangedaan. Doordat het klinische beeld zich manifesteert in een ontwikkelend brein en het klinische beeld zeer breed is, kan de effectiviteit van een behandeling slecht beoordeeld worden (‘Heeft de medicatie effect, of zie ik verandering omdat mijn kind groeit?’). De keuze om medicatie voort te zetten is daardoor door alle betrokkenen lastig te maken. Het is dus belangrijk dat nieuwe behandelingen rationeel onderbouwd zijn, zodat deze bij de juiste patiënten worden ingezet, dit worden ook wel ‘decision-support systemen’ genoemd. Bewijs voor effectiviteit van een behandeling is ook van groot belang om vergoeding door zorgverzekeraar af te dwingen.

Wat is ons doel?
Ons doel is om behandelopties voor GRIN patiënten te verfijnen en optimaliseren, met een eerste focus op GRIN2B. Recent onderzoek in ons Emma Center for Personalized Medicine (www.emmacenter.nl) en internationaal, laat zien dat L-serine (een NMDAR co-agonist) de motorische en cognitieve prestaties bij GRIN2B patiënten kunnen verbeteren en epilepsie kunnen couperen. Deze therapie richt zich op het herstellen van NMDA functie. Maar de verwachting is dat GRIN2B patiënten verschillend zullen reageren. We missen methoden en markers om te voorspellen welke patiënten baat zullen hebben bij L-serine dan wel andere behandelingen. Wij zullen onderzoeken met behulp van klinische en preklinische bepalingen hoe patiënt-specifieke genetische veranderingen bijdragen aan het klinische beloop en de drug response van GRIN2B patiënten.

Welk onderzoek willen we uitvoeren?
Op dit moment omvat onze L-serine trial 4 patiënten (maximaal mogelijk met huidige budgetten). Maar het Emma CPM heeft toegang tot >15 GRIN2B patiënten, waarvan de families bereid zijn tot deelname, en ons de mogelijkheid geven om de n-of-1 trials uit te breiden. N-of-1 trials geven de mogelijkheid om de werkzaamheid van L-serine te onderzoeken in een relatief kleine populatie. Binnen dit onderzoeksvoorstel stellen we voor om patiënten meer in detail te bestuderen, zowel op klinisch als ook op preklinisch niveau, om vast te stellen welke patiënten baat hebben bij L-serine, dan wel bij andere NMDA-regulerende medicaties.

Duur onderzoek: 4 jaar

Doneer nu: en steun ons